Begrippenlijst

Broeikasgassen: Gassen in de atmosfeer van de aarde (of een andere planeet) met het vermogen om warmtestraling te absorberen en geleidelijk in alle richtingen weer af te geven. Deze gassen zorgen ervoor dat de warmte van de zon wordt vastgehouden: het broeikaseffect. Zonder deze broeikasgassen is er geen leven op aarde mogelijk: de temperatuur zou gemiddeld -180C zijn. Naast koolstofdioxide (CO2) gaat het om lachgas (N2O, distikstofoxide), methaan (CH4) en de fluorhoudende gassen (F-gassen). 


CO2-equivalenten: De uitstoot van de broeikasgassen wordt meestal uitgedrukt in CO2-equivalenten, afgekort CO2-eq. Dit is een rekeneenheid om de bijdrage van broeikasgassen aan het broeikaseffect onderling te kunnen vergelijken. Het is gebaseerd op het ‘Global Warming Potential’ (GWP): de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect.


Emissies: Uitstoot. De term emissies wordt gebruikt voor de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof en andere schadelijke stoffen.


Enterisch methaan: Enterisch methaan is methaanemissie uit het dier. Het methaan wordt door bacteriën gevorm in het maag-darm kanaal bij het verteren van voer. De methaanemissie is per ras en zelfs per individueel dier verschillend.


Integrale aanpak: Een allesomvattend aanpak waarbij naar het gehele veehouderijbedrijf wordt gekeken. Het gaat daarbij niet alleen om broeikasgassen, maar om alle facetten die belangrijk zijn voor het bedrijf, zoals inkomen, biodiversiteit, dierenwelzijn en overige emissies.


Megaton CO2-equivalenten: De broeikasgasuitstoot wordt doorgaans uitgedrukt in megaton CO2-equivalenten (1 megaton = 1 miljoen ton = 1 miljard kilogram). CO2-equivalenten worden gebruikt om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP) – dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect. 


Microbioom: Alle bacteriën, schimmels, gisten en andere eencellige wezens in het maagdarmkanaal van dieren vormen samen ‘het microbioom’. In het onderzoek van WUR is gekeken naar het microbioom van melkkoeien.


Micro-organismen: Levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn. Bacteriën, gisten en schimmels zijn micro-organismen.


Nationaal Klimaatakkoord: Een verzameling van maatregelen die het kabinet-Rutte III in juni 2019 aankondigde. Doel is de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen en zo de Nederlandse bijdrage aan wereldwijde klimaatverandering te beperken. Meer dan 100 partijen (overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties) hebben in 2019 gewerkt aan de maatregelen waarmee Nederland zijn CO2-uitstoot bijna halveert vergeleken met 1990.


Organische stof: Organische stof is biologisch materiaal. De organische stof zelf bevat relevante mineralen als stikstof, fosfor en zwavel, die na afbraak van de organische stof beschikbaar komen (mineraliseren). De toevoer van organisch materiaal aan de bodem stimuleert het bodemleven en kan de bodemweerbaarheid verhogen.


Rentabiliteit: De mate waarin iets winstgevend is.


Voeradditieven: Toevoegmiddel in het voer van dieren. Een additief wordt (meestal in kleine) hoeveelheid toegevoegd aan het voer om een bepaald effect te bereiken. Bepaalde voeradditieven kunnen voor reductie van emissies zorgen.